Case Eindhoven

Omdat het leuk is: Case Geestenberg in Eindhoven – Fortnite, Grazers en Stroomrichting

Waar gaat de case over?

De wijk Geestenberg is een typische jaren ’80 bloemkoolwijk met veel verharding. Om te zorgen dat bij (steeds vaker voorkomende) hevige neerslag de kans op overlast klein is, is ontharding nodig. De bewoners gebruiken de wijk op een eigen wijze, de typerende inrichting van de wijk met veel hofjes en steegjes. Soms is publieke ruimte in bezit genomen, bijvoorbeeld door er een picknickset te plaatsen. Met die betrokkenheid willen we verder.

De designer maakt een inventarisatie van het gebruik van de openbare ruimte en de eigen buitenruimte in het gebied. Wat valt op? Welk “oneigenlijk” gebruik zien we? Welke energie zit er? Welke klimaatadaptieve maatregelen zouden kunnen aansluiten bij die energie?

Wat is het probleem dat aangepakt gaat worden?

Deze wijk is in een keer gebouwd in de jaren ’70 en hij loopt scheef. De bewoners die hinder ondervinden van wateroverlast kan je overtuigen dat dingen moeten veranderen, maar de echte veranderingen moeten plaatsvinden bij de mensen die geen overlast ondervinden. Het is onze uitdaging om de bewoners te laten merken dat ze samen in één systeem wonen.

Wie werken eraan mee?

Gemeente Eindhoven, Waterschap de Dommel, Woonbedrijf Eindhoven.

Joop Ketelaers
Projectleider gemeente

Wouter Corvers (Foto: EvitaCopierPhotography)
Designer

Waarom doe je mee?

Omdat we op zoek zijn naar nieuwe manieren om bewoners betrokken te krijgen bij onze vraagstukken. Manieren die meer aansprekend zijn bij bewoners, zonder dat we vervallen in de ‘gemeente doet maar iets’ houding. Er liggen veel uitdagingen in een dergelijke wijk, en daar hebben we creatieve mensen voor nodig.  Allereerst: ik heb een fascinatie voor de publieke ruimte. Ik vind het leuk om dingen in die context te testen. Maar ook het frame ‘Omdat het leuk is’ spreekt me aan. Het is niet direct ‘probleemoplossend’, je gaat eerst kijken wat de mogelijkheden zijn in een buurt. Waar kunnen we op aanhaken? We zijn heel vrij gaan kijken wat de activiteiten binnen de wijk zijn en hoe we daar klimaatadaptieve projecten op aan kunnen haken. Eigenlijk mag ik dat niet zeggen; klimaatadaptief is een te abstracte term. Te ver van je bed show. Je kan met bewoners beter praten over dat “het weer verandert”. Dan heb je een ander gesprek.

Wat is je doel?

Het grotere doel is om die betrokkenheid van bewoners te realiseren. Dat we de wijk kunnen vergroenen en klimaatbestendiger te maken. En dat de bewoners hieraan bijdragen en dit ook willen. Het thema minder abstract te maken. In mijn werk probeer ik een bottom-up aanpak toe te passen. Met eenvoudige stapjes die dicht bij jezelf en de burger staan een thema aan te kaarten. Zo wordt er vaak met stoepkrijt gespeeld in deze wijk. Dat kan je makkelijk omvormen tot iets waardoor je mensen bewust maakt van het weer. Bijvoorbeeld met de Stroomrichting-tool; daarin maken we met kinderen een waterpasje om te kijken waar het water naartoe stroomt. Dan kan je het gesprek met ze aangaan over water, overlast en hun gevoel daarbij. Als het je lukt een groot publiek bij zo’n complex thema betrekken, dan heb je wel je doel bereikt denk ik.

Hoe pak je het aan?

Daar hebben we de designers Hugo en Wouter voor nodig. Er moet een stuk riolering bij in de wijk. Daarvoor moet de openbare ruimte open. Dus als we dat al gaan doen, kunnen we meteen andere dingen aanpakken, zoals parkeerproblemen oplossen en vergroenen. Het wordt makkelijker met bewoners samen te werken als we dit integraal aanpakken. Het is niet alleen iets van de gemeente, maar iets van de gemeente en de wijk samen. Samen benutten we kansen. Hugo (de andere designer, red.) en ik kenden elkaar niet voor we aan deze case begonnen. Ik ben echt een bouwer, heb een werkplaats. Ik bedenk iets, maak het en ga het testen. Hugo is veel conceptueler. Zodoende is er een samenwerking ontstaan, waarin we lang in de conceptfase hebben gezeten. Dus ik kreeg een beetje zenuwen. En toen we over gingen naar het testen, moesten we van Hugo weer wat deskresearch doen. We vullen elkaar aan. Ik heb het idee dat dit concept daardoor ook echt aansluit bij de wijk. Dat is heel fijn.


Wanneer verwacht je resultaat?

Harde resultaten komen pas over 1,5 jaar. We zijn van plan om medio 2019 met de rioleringsvervanging aan de slag te gaan. Dan moeten we ook creatief aan de slag met de bewoners. Maar we zijn nu al bezig met de prototypen. We hebben al veel ontdekt de laatste maanden. We hebben nu al een botproef gedaan; met de gemeente, instanties en mensen die ermee te maken hebben zijn we in gesprek gegaan over de ideeën. Of iedereen die er naderhand mee te maken gaat hebben het ermee eens is. En in de wijk hebben we ook al veel geprobeerd, waardoor je leert wat werkt en wat niet. Dat is ook al resultaat. De komende maanden gaan we ook nog meer onderzoeken, zoals het concept met de ‘Grazers’. Daar gaan we groen terugleggen op parkeerplaatsen en kijken hoe mensen daar eigenaarschap over gaan nemen. En hoe zich dat uitspeelt voor de sociale cohesie.

Wat vind je spannend?

Het vergroenen van parkeerplaatsen past bijvoorbeeld traditioneel niet echt in de beheerstrategie van een wijk als deze. We moeten goede afspraken gaan maken wie wat beheert en waar mensen mogen parkeren. En mensen gaan aanspreken op hun gedrag (wij en zij elkaar), en wij moeten anders gaan opereren vanuit onze traditionele rol als gemeente. Dat is wel spannend.

Bij het concept ‘Beheren is parkeren’/’Grazers’ krijg je een vaste parkeerplaats als je hem ook onderhoudt, met groen en planten. In deze wijk is er ruimte voor 0,7 parkeerplek per huishouden, maar elk huishouden heeft nu 2 auto’s. En mensen blokkeren plaatsen met campers. Er is veel frictie op dit thema. Gaan we met ons concept geen rumoer in de negatieve zin opwekken in de wijk? Parkeren ligt zo gevoelig. Ik ben benieuwd hoe bewoners dit op gaan vatten.

Sluiten