Wat kunnen we leren van de droogte van 2018?

vrijdag 17 januari 2020

De zomer van 2018 was erg droog. Vooral op de hogere zandgronden ontstond daardoor een watertekort in de landbouw en natuur. Er werd meer grondwater dan ooit opgepompt om te sproeien. In Noord-Brabant werd zelfs anderhalf keer meer grondwater opgepompt voor besproeiing dan voor drinkwater. Door de grote overlast startte het Rijk in 2019 samen met de provincies, waterschappen en terreinbeheerders een onderzoek naar de hogere zandgronden.   

20180725_110227.jpg

Doel van het onderzoek

Met dit onderzoeksproject ‘Droogte in zandgebieden van Zuid-, Midden- en Oost-Nederland’ brengen de betrokken partijen de gevolgen van de droogte in 2018 in beeld. Ze onderzoeken ook welke maatregelen er nodig zijn. Zo kan het onderzoek helpen om in de toekomst op de juiste momenten geschikte maatregelen te nemen.

Rapport fase 1

Op 19 september 2019 is het rapport gepubliceerd over de eerste fase van het project. Hierin ontwikkelden de onderzoekers een werkwijze voor de analyse van droogte. Ze onderzochten wat de toestand was van de landbouwgronden en natuurterreinen in Zuid-, Midden- en Oost-Nederland. Ook verkenden ze wat de mogelijkheden zijn om droogte te monitoren. Daarnaast hebben ze kort beschreven op welke manieren je droogteschade aan landbouw en natuur kunt beperken.

Vervolg

Het project bestaat uit 3 fases. In fase 2 volgt een verdiepend en uitbreidend onderzoek. Tijdens fase 2 passen de onderzoekers de analyse uit fase 1 toe. Dit doen ze op meerdere stroomgebieden en meetlocaties in de hogere zandgronden. De onderzoekers verwachten dat ze daarmee voldoende informatie en argumenten kunnen ontwikkelen voor fase 3. Daarmee kan het project het eventueel ingrijpen van provincies en waterschappen ondersteunen bij een volgende droogte.

Meer informatie

« Terug

Sluiten