Kennisprogramma Lumbricus zoekt natuurlijke oplossingen voor klimaatrobuust landschap

woensdag 07 april 2021

Natuur en landbouw op hogere zandgronden lijden onder droogte en wateroverlast. Door klimaatverandering komen droge en zeer natte perioden steeds vaker voor. Daarom werkten kennisinstellingen en waterschappen samen met ondernemers en agrariërs. Vier jaar lang werkten zij samen aan het kennisprogramma Lumbricus om te onderzoeken hoe stroomgebieden op hoger gelegen zandgronden klimaatrobuust kunnen worden.

sippakorn-yamkasikorn-Lumbricus.jpg
Fotograaf: Sippakorn Yamkasikorn

Samen werken aan een klimaatrobuust Brabant

Een groot deel van de provincie Noord-Brabant bestaat uit hogere zandgronden. Droogte is een van de belangrijkste uitdagingen omdat het afhankelijk is van regenwater. De bodem van de hogere zandgronden is in slechte conditie, het weer wordt steeds extremer en het bestuur van het gebied is versnipperd. Programma Lumbricus pleit voor samenwerking tussen betrokken partijen zoals waterschappen, overheden, ondernemers en agrariërs om met elkaar de bodem te verbeteren en het watersysteem bestand te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Na afronding van vier jaar onderzoek, presenteert het programma een set werkbare, betaalbare en oplossingen voor een klimaatrobuuste omgeving.

Vier thema’s zijn daarbij van belang:

  1. Bewuste bodem: hoe krijgen we de bodem weer vitaal en gezond? Een gezonde, vitale bodem heeft een goede sponswerking, is vruchtbaar en bevordert de waterkwaliteit.
  2. Wellende water: hoe beïnvloeden de maatregelen het hele watersysteem?
  3. Boeiende beekdalen: hoe maken we onze beken weer natuurlijk? De natuurwaarden gaan daarbij omhoog en de landbouw heeft er baat bij. De afvoer van water in beekdalen wordt op een natuurlijke manier vertraagd om zoveel mogelijk water in het gebied te houden. 
  4.  ‘Good governance’: hoe gaan we het met elkaar regelen? Waterschappen, gemeentes, provincies, boeren en natuurbeheerders kunnen gezamenlijk zorgen voor een klimaatbestendig gebied.

De regenworm als partner

De oplossingen die uit het kennisprogramma voortkomen, worden getest in proeftuinen in hoger gelegen zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland. In Proeftuin Zuid worden de maatregelen uit de theorie van het programma getest in het veld van district Raam (werkgebied van Waterschap Aa en Maas) en bij De Groote Molenbeek (Waterschap Limburg). Het gaat daarbij om beekherstel, bodemverbetering, monitoring van grondwater en natuurontwikkeling. Bouwen met de natuur is een belangrijk speerpunt van het programma. Lumbricus is de Latijnse naam van de regenworm, een goede partner voor het realiseren van een vitale bodem. Ze graaft gangen waardoor de bodem luchtig wordt en water beter kan opnemen en tegelijkertijd bemest ze de bodem. De regenworm fungeert daarom als mascotte van het kennisprogramma en past bij de focus op ‘nature based solutions’.

De resultaten van het pogramma zijn besproken in een webinar. Het volledige rapport van Lumbricus is hier te downloaden. Op de website van STOWA zijn Deltafacts opgenomen: kennisdossiers die de verschillende delen van het programma nader toelichten. Veel van de betrokken partijen werken verder aan de uitkomsten van Lumbricus in het programma Klimaatadaptatie in de praktijk (KLIMAP).

« Terug

Sluiten