“Ik wil het erfgoed en de geschiedenis van Nederland inzetten voor klimaatadaptatie”

woensdag 06 maart 2024

Jacob Knegtel, adviseur erfgoed en water bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed legt uit waarom het verleden een inspiratiebron kan zijn voor het maken van beslissingen voor de toekomst. “We zijn vergeten hoe een natuurlijk landschap eruitziet.” Cultureel erfgoed kan een waardevolle bijdrage leveren aan het vormen van een klimaatbestendige omgeving. Waar bouwen we wel en waar niet? Waar kunnen we water bergen? Om antwoord te geven op die vragen is kennis van het landschap en cultuurhistorie nodig.

Zuiderwaterlinie

Cultureel erfgoed als les voor de toekomst

Knegtel weet hoe hij een verhaal kan vertellen. Zijn enthousiasme voor erfgoed, zeker in combinatie met water en klimaatadaptatie, is aanstekelijk. “Ik wil het verhaal van de geschiedenis van Nederland en de manier waarop wij met water zijn omgegaan inzetten om klimaatadaptatie te bevorderen”, zegt hij. “Als je wilt snappen hoe ons landschap in elkaar zit, dan moet je kijken naar de mens. Wij zijn honderden jaren systematisch met het landschap omgegaan.”

Het landschap als samenwerkend geheel

Hij legt uit hoe mensen het landschap vroeger als systeem benaderden: een rivier, een dijk en een sluis zijn daarin onderdeel van een groter samenwerkend geheel om bijvoorbeeld een gebied te verdedigen. Een oud landbouwsysteem kan bestaan uit een beek en een naastgelegen grasland. Bij overstroming van de beek, blijft vruchtbaar slib achter op het land, dat een vloeiweide genoemd wordt. “De elementen van een landschap hangen samen, omdat ze elkaar beïnvloeden en een gemeenschappelijk doel dienen. Als je het landschap op die manier gaat bekijken, kom je tot andere oplossingen voor bijvoorbeeld de klimaatopgave.”

“We denken dat we de natuur de baas zijn”

Waarom kan dat systeemdenken van vroeger ons nu helpen bij de klimaatopgave? “We moeten ons landschap aanpassen aan grote klimaatveranderingen. De relatie tussen mens en natuur is flink omgeslagen in de afgelopen 150 jaar. We denken tegenwoordig dat we de natuur de baas zijn en dat we het kunstmatig kunnen oplossen. De natuur kan ons niet meer in de weg staan.” Maar volgens Knegtel schort er iets aan deze denkwijze. “We beseffen inmiddels steeds meer dat we het landschap niet kunnen beheersen. We moeten weer terug naar een balans tussen mens en natuur. Dat noemt men tegenwoordig ‘water en bodem sturend’. Die dynamiek van geven en nemen die we vroeger zagen, dát is hoe je duurzame, toekomstbestendige landschappen kan ontwerpen en gebruiken.”

“Een natuurlijk Nederlands landschap kunnen we ons niet meer voorstellen”

Vroeger was het landschap dus meer in balans dan nu, evenals de relatie tussen mens en omgeving. Volgens Knegtel kunnen we dat evenwicht weer herstellen met kennis van het verleden. “Als we steeds verder van het verleden af komen te staan, kunnen we ons moeilijk inbeelden hoe dat verleden eruitzag. Een natuurlijker Nederlands landschap met bijvoorbeeld natte bossen, groene perceelsgrenzen, en hoog-dynamische beken en rivieren kunnen we ons niet meer voorstellen, omdat dat nauwelijks nog bestaat. Daarom is het voor veel mensen best lastig om de stap te maken naar een natuurlijke omgang met water, met de natuur. Op dat moment speelt erfgoed een mooie rol om een historisch beeld te krijgen van een landschap waarin de natuur meer ruimte krijgt.”

Klimaatadaptatie ingezet als erfgoedversterking

Welk cultureel erfgoed kan ingezet worden om Brabant te helpen met droogte, wateroverlast en hitte? Knegtel ziet kansen voor het gebruiken van de Zuiderwaterlinie voor een landschap van klimaatadaptatie. Vroeger gebruikten mensen de waterlinies om kunstmatig gebieden onder water te zetten (inundatie) om zich te verdedigen tegen vijanden. Nu kan dezelfde techniek worden toegepast om water te bergen bij hoogwater en wateroverlast en worden gebruikt in tijden van droogte.

Knegtel noemt als voorbeeld de renovatie van Kasteel van Wouw, onderdeel van de Zuiderwaterlinie: “Het militaire verleden in het landschap van kasteel van Wouw wordt nu gereconstrueerd, waarbij ze tegelijkertijd kijken hoe ze water kunnen vasthouden in het gebied. Ze voegen dus eigenlijk een nieuwe laag van klimaatadaptatie toe. Droogte is een belangrijk risico in Brabant, daarom moeten er zulke ingrepen worden gedaan om droogte tegen te gaan.”

Zuiderwaterlinie kans om droogte te bestrijden in Brabant

In het droogterapport over de aanpak van droogte in de provincie Noord-Brabant wordt de Zuiderwaterlinie* genoemd als voorbeeld om naar het verleden te kijken als inspiratiebron om slimmer met water om te gaan. “De Zuiderwaterlinie is daar een sjabloon voor”, zegt Knegtel. “Je hebt verschillende beken en rivieren in Brabant zoals de Dommel die vroeger gebruikt zijn als inundatielinie.” De gebieden langs meanderende beken waren geschikt om water op te slaan. Door bebouwing en andere ingrepen in het landschap zijn die gebieden nu niet meer beschikbaar voor inundatie. “We zitten nu met een heel ander landschap en een andere manier van omgang met ons landschap. Het is dichtbevolkter geworden, ruimte is schaarser geworden. Als er nu land vrijkomt, moeten we ons afvragen: willen we daarop bouwen, of willen we er iets toekomstbestendigers mee doen?”

Het systematische denken van vroeger zorgde ervoor dat er honderden jaren een balans was in het landschap. “We konden heel lang niet kunstmatig ingrijpen, dus moesten we wel de relatie zoeken met de natuur. Die duurzaamheid, dat langetermijndenken, daar zit een mooie inspiratie in vanuit het verleden. Mensen snapten vroeger op welke bodem ze woonden en werkten, hoe ze het water het beste konden gebruiken. Dat zie je met de watermolens heel goed”.

Versterken van het erfgoed

Knegtel noemt meer voorbeelden, zoals de dijkversterking bij de Waal tussen Gorinchem en Waardenburg. Een deel van dit gebied bestaat uit de Nieuwe Hollandse Waterlinie, dat UNESCO Werelderfgoed is. “Ze hebben bij dit project gezegd: laten we niet alleen de dijk versterken, maar de dijk ook op een specifieke plek verlagen, zodat water er overheen kan stromen bij hoogwater. Het overtollige water wordt opgevangen in de fortgracht en kan vervolgens worden afgevoerd met een herstelde inundatiesluis. Daarna wordt het water het inundatiegebied ingeleid om het water op te slaan. Hiermee zorg je er niet alleen puur functioneel voor dat het landschap veiliger wordt, maar laat je een heel oud verhaal zien dat een stempel drukt op dat gebied. Je versterkt het erfgoed hiermee juist.”

“Durf dat maar eens te doen!”

“Het Brabantse landschap was vroeger veel natter dan we denken. Hoeveel plaatsen er niet eindigen of beginnen met het woord ‘broek’ of ‘moer’. Dat waren moerassen. Het gebied rondom Breda en in de Peel was ontzettend nat. De Peel is nu een van de droogste gebieden van Brabant geworden.”

In Brabant en gebieden als de Achterhoek zijn beken rechtgetrokken om water sneller af te voeren, veen is afgegraven, het gebied is afgewaterd en het grondwaterpeil is gedaald. Op verschillende plekken worden beeklandschappen weer hersteld, vloeiweiden en natte hooilanden komen terug. “Met kennis van het verleden kan je de vruchten plukken. Durf dat maar eens te doen!”

*Op bladzijde 102 van het rapport ‘Zonder water geen later’ zijn de inundatiegebieden van de waterlinie zichtbaar.

De medewerkers van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed kunnen het landschap lezen. Zij weten hoe het landschap zich gevormd heeft, uit welke lagen de grond staat en hoe onze voorouders omgingen met water en bodem. Deze informatie is nu voor iedereen beschikbaar in de vorm van de Erfgoedatlas: een reeks GIS-kaarten.

Tekst: Marjolein Bezemer

« Terug

Sluiten