Droogte

De zomers van 2018, 2019, 2020 én 2022 waren uitzonderlijk droog. De zomer van 2018 behoort tot de 5 procent droogste zomers sinds het begin van de vorige eeuw. Uit onderzoek blijkt dat de droogte van 2018 en 2019 het hele watersysteem in zandgebieden beïnvloedde. De bodem werd droger, de grondwaterstand daalde en in beken stond minder water. Dit zorgde in Noord-Brabant voor grote gevolgen, zoals natuurbranden en verminderde opbrengsten in de landbouw. In de toekomst krijgen we waarschijnlijk vaker te maken met zulke droge zomers, want de kans op droogte neemt door klimaatverandering toe. Om periodes van droogte goed op te kunnen vangen moeten we ons goed voorbereiden.  

Hieronder lees je wat droogte precies is en wat de belangrijkste begrippen rondom droogte betekenen. Op de volgende pagina’s vind je meer informatie over hoeveel droger het wordt en wat de gevolgen hiervan zijn. Daarnaast lees je wat we kunnen doen om droogte te beperken.

Hoe ontstaat droogte?

Als er meer water verdampt dan er neerslag valt, ontstaat een neerslagtekort. Het is droog weer als er weinig neerslag valt of als er een neerslagtekort is. Droogte ontstaat als er langere tijd te weinig water is voor het normaal functioneren van het bodem- en watersysteem. Bij bepaalde functies kunnen er problemen ontstaan, zoals bij de scheepvaart en in de landbouw. Ook kan er schade ontstaan aan het natuurlijke systeem. Vooral het voorjaar en de zomers worden droger. En de kans op langdurige droogte neemt toe. Maar er blijven ook veel onzekerheden over droogte in de toekomst, want droogte is lastig te voorspellen.

Hoe ontstaan watertekorten?

Watertekorten kunnen ontstaan als de watervraag van een gebied groter is dan de hoeveelheid beschikbaar water. In Nederland hebben we drie bronnen van zoetwater: regenwater, grondwater en water dat via de rivieren binnenstroomt. Dit water gebruiken we als drinkwater, voor landbouw, natuurbeheer, scheepvaart, recreatie en als koel- en proceswater in de industrie of energiesector. Bij warm en droog weer neemt de watervraag toe. Als er op dat moment een groot neerslagtekort is en de afvoer van de rivieren sterk afneemt, neemt de watervoorraad zo erg af dat niet altijd overal aan de watervraag kan worden voldoen. Er ontstaat dan een watertekort.

Wat is het verschil tussen droogte en verdroging?

Droogte is niet hetzelfde als verdroging. We spreken van droogte bij een uitzonderlijk droge periode die afwijkt van een normale situatie en die relatief lang duurt. De bodem droogt uit, grondwater daalt en afvoeren in beken nemen af of vallen zelfs weg.  De vraag vanuit de mens, de landbouw en de natuur neemt juist toe. Er is meer water nodig dan dat er beschikbaar is. Droogte is vaak tijdelijk. Verdroging niet: dat is een structureel probleem. Verdroging betekent dat er te weinig grondwater van goede kwaliteit aanwezig is om de natuur in stand te houden. Voor een groot deel komt dit door jarenlange ontwatering door verschillende gebruikers, waardoor de grondwaterstanden zakken. Het begrip verdroging wordt steeds vaker ook bij andere structurele problemen ten gevolge van droogte gebruikt. Bijvoorbeeld bij schade aan huizen door langdurig lage grondwaterstanden.

Sluiten